De opdracht omvat een herberg; een pand met gelagzaal waar men tegen betaling eten, drinken en een slaapplaats kan krijgen en waar de uitbater(s) tevens woont. Meer bepaald omhelst dit een klein café met bijhorend terras waar men naast een ontbijt ook eenvoudige snacks kan krijgen, een woning voor het gezin van de uitbater (4 personen) en 2 kamers als slaapplaats voor elk 2 personen (B&B). De ontwerpzone bevindt zich vlak bij het veer met uitzicht op de wijdse omgeving van de Gentse Kanaalzone. Gelegen aan het water, naast het veer en een Yacht- en zeilclub, is het café interessant gelegen. Tevens kan de herberg aan het veer een tussenstopplaats van een fietsroute zijn alwaar men ook kan overnachten.

​

​

Het ontworpen volume wordt op de rand van het perceel geplaatst, wat tussen de herberg en het dienstgebouw van het veer een ingesloten tuin creëert. Rondom rond het volume wordt met een verharde buitenruimte gewerkt, als kleinschalig ‘dorps-‘ plein met kasseien waar voetgangers en fietsen samen kunnen komen. Dit plein wordt ook voorzien van zittrappen naar het water en een fietsenstalling die de overgang vormt naar het achtergelegen bos.

​

Het ontwerp zelf omvat en slank balkvormig volume, waarin onderzocht werd hoe smal mogelijk ontworpen kon worden, om er alle programmaonderdelen comfortabel in onder te brengen. Het finale volume is smaller dan de ingesloten tuin, wat voor meer semi-private buitenruimte zorgt en het past in het ritme van de naburige gebouwen. Qua materialiteit is gekozen voor een verouderde baksteen in combinatie met zichtbare structurele betonnen elementen. In de gevel wordt gewerkt met een ramensysteem van 80 en 160 cm breed, met verschillende dieptes.

​

Binnenin het volume wordt met een doorlopende massieve kern gewerkt met een kleine goederenlift 1,4m-1,1m, een trap en een leidingenkoker. Deze is op elk verdiep afsluitbaar met schuifdeuren en over voel- en zichtbaar. Op het gelijkvloers bevindt de gelagzaal zicht aan waterkant, wat het plein en het gebouw samenbrengt. En aan de andere zijde de leefkeuken, uit te bereiden als deel gelagzaal. De keuken zijn zowel voor de herberg als voor de woning. Op het 1ste verdiep bevinden zicht de leefruimte en een 1ste gastenkamer, met eigen inpandig terras, open badkamer naast kern en een opbergbaar bedmeubel, zodat deze ruimte als uitbreiding van de leefruimte kan gebruikt worden. Erboven bevinden richt de kinderkamers en de 2de gelijkaardige gastenkamer. Op het 3de verdiep bevindt zich de masterbedroom, met wintertuin/zithoek/speelkamer gezin, met een glazen schuifwand, zodat dit tot één grote buitenruimte omgevormd kan worden.

​

Qua materialiteit binnen wordt voor de kern gewerkt met niet gepolierd donker beton met houten panelen, de binnenmuur in gepolierd licht beton en de vloer op het gelijkvloers en in de kelder in gepolierd beton donker. Op de verdiepingen wordt gewerkt met houten vloerbedekking, met verschillende patronen. De binnenmuren bestaan uit een stalen structuur met isolatie, OSB en witgeschilderd pleisterwerk.

​