top of page

NATHAN

CLAEYS

Wonen en werken in de 20ste eeuwse gordel – periferie Gent

Begeleidingsteam

Maarten Delbeke, Kris Coremans, Frédéric Rasier, Martin van Schaik, Tania Vandenbussche en Sven Verbruggen

De Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) is opgericht in 2001 in de overtuiging dat architectuur en met name de stedenbouw van groot publiek belang is. Wij richten ons daarom op de toekomst van de stad, waar over een aantal decennia bijna 80% van de wereldbevolking meer dan 90% van onze welvaart zal produceren.

Als verreweg het grootste deel van de productie van welvaart in de stad plaatsvindt, en als we tegelijkertijd de overgang moeten realiseren naar een groene economie, wat betekent dat dan voor de ruimtelijke opgave? Hoe kunnen we samenleving en individu, productie en consumptie, middelen en grondstoffen, ruimtegebruik en territorium opnieuw op elkaar afstemmen en vanuit het ontwerp inspelen op de transities die de wereld ingrijpend zullen veranderen? IABR–2016 is een platform voor creatieve coalities van ontwerpers en andere stakeholders met nieuwe, werkbare ideeën over de toekomst van de stad in de 21e eeuw. IABR–2016 organiseert debat en toont ontwerp dat perspectieven opent op de stad die we willen: een schone stad, een solidaire stad, een productieve stad – een stad waarin het publiek domein weer werkelijk centraal staat. De zevende editie van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam opent haar deuren in april 2016.

Jaar

2015-2016

BArch2

Vak

Architectuur-ontwerp 2

Opdracht

Opdracht 3.2

Gent heeft decennialang ervaring met stadsvernieuwingsprojecten in de 19e-eeuwse gordel. Maar heel uiteenlopende transities vragen in de 20ste-eeuwse gordel om een andere aanpak.

 

De omgeving rond de boven-Schelde (ten oosten van het stadscentrum van Gent) is in transitie In de voorbije decennia is de omgeving sterk veranderd door de ontwikkeling van individuele bouwblokken. Ten westen van de site werden de voormalige bedrijventerreinen omgevormd tot een woonverkaveling. Werken heeft hier plaats gemaakt voor wonen aan het water en wonen rond straten en pleintjes.

Eind 2013 verworven enkele ontwikkelaars de ‘Sidaplax’ site in Gent. Dit voormalige bedrijventerrein van circa 2 hectare ligt ten zuiden van de Schelde. In het nieuwbouwproject zullen verscheidene types woningen aangeboden worden. Het merendeel van de woningen zullen woonhuizen met tuin zijn, daarnaast worden ook nieuwbouwappartementen voorzien. Pleintjes met groen en de nabijheid van de Schelde moeten de bewoners een oase van rust bieden. In afwachting van de transformatie tot een duurzame wijk stellen de projectontwikkelaars de site tijdelijk open voor het ruime publiek via het initiatief KERK Gent.

In het bouwblok omschreven door de Edmond Blockstraat, de Kerkstraat en de Maagd van Gentstraat hebben een mix van bedrijvigheid wonen en een park de herontwikkeling van het bouwblok getekend. Centraal tussen bedrijvigheid en wonen werd een publiek park ontwikkeld (Arbed-park) dat bemiddelt tussen deze twee verschillende typologieën.

In deze opgave wordt op zoek gegaan naar nieuwe modellen waarin wonen en werken op elkaar betrokken worden om boeiende opga- ven te verbeelden en verder uit te werken. Het bouwblok omsloten door de Gentbruggestraat, de Nekkersvijversstraat, de Emiel Lossystraat en de Nijverheidskaai bevat verschillende actieve bedrijven, woonvormen, en leegstaande percelen. De bestaande infrastructuur i.f.v. economische functies, de groenblauwe potentie en de zachte groen-as langs de Schelde scheppen de randvoorwaarden voor een nieuw te ontwikkelen masterplan in relatie met wonen en bedrijvigheid en in relatie met de stad.

 

Het programma omvat een mix van wonen en KMO’s (kleine en middelgrote bedrijven). Onder KMO’s nemen we op; kleine ambachtelijke bedrijven, ateliers, werkplaatsen, beperkte kantoorruimte, magazijnen, ruimte voor innovatie of spin-offs van kennisinstellingen. Er wordt uitgegaan van een gelijkmatige verdeling tussen wonen en werken. (50/50)

Binnen het masterplan wordt nagedacht over de spreiding en de fasering van het programma, de koppeling tussen wonen en KMO’s, de mogelijke winsten die ontstaan door de koppeling in het gebruik, de volumetrie, de ontsluiting, de grenzen tussen het publieke, collectieve en private domein.

De oefening bestaat uit twee opeenvolgende delen: 1- het masterplan en 2- de architecturale uitwerking van een samenhangend geheel. Het eerste deel van de oefening zet in op het ontwikkelen van een stedenbouwkundige terminologie, het omgaan met maatschappelijke tendensen en het formuleren van ambities in een complexe en meerlagige omgeving.

De architectuuropdracht bestaat erin om een ensemble van 1 bedrijvenentiteit samen met 1 woonentiteit meer gedetailleerd uit te werken.

Het project is opgebouwd uit vier volumes; twee hoofdgebouwen voor te wonen en twee ‘schuren’ voor te werken.

Alle volumes hebben een gelijkaardige typologie; de eenvoudige vorm van een landelijk gebouw, een eenvoudige iconische traditionele Vlaamse boerderij dat aan de ene kant uitkijkt op een centrale binnenkoer en zich aan de andere kant opent op de velden en omliggend groen.

De twee woonvolumes bestaan elke uit 6 units en zijn flexibele atelierwoningen, zo ontworpen dat de functies op verschillende verdiepingen geplaatst kunnen worden. Ze zijn toegankelijk via de voordeur langs de binnenkoer, of via een deur in de glaspartij, indien het atelier zich op het gelijkvloers bevindt. De voorgevel en het adres van de woning bevinden zicht dus telkens aan de kant van de binnenkoer. Er wordt alternerend gewerkt met twee soorten units, deze met wonen op gelijkvloers, met terras naar buiten, en die met werken op gelijkvloers, met de mogelijkheid om het atelier naar buiten uit te bereiden.

De houten structuur, ‘luiken’, voor de ramen, kunnen open bij de ateliers en leefruimtes, en zijn gesloten bij slaapvertrekken. Wat een dynamisch spel oplevert van doorkijk, zicht en licht.

De twee werkvolumes bestaan uit zes ateliers/werkplaatsen; het 1ste blok omvat drie afzonderlijke ateliers/werkplaatsen en een overdekte buitenruimte, wat op zijn beurt voor een unieke doorkijk zorgt. Het 2de blok omvat drie ateliers die tot één grote ruimte omgevormd kunnen worden Beide werkvolumes hebben, net als de wooneenheden, hun toegang aan de binnenkoer en de mogelijkheid tot uitbereiding naar verharde buitenruimte.

De materialisatie van de buitenruimte bestaat uit beton met houten terrassen en een groenzone op de binnenkoer. De woonvolumes zijn opgetrokken uit beton en hout en de werkvolumes uit hout, als referentie naar de traditionele schuur.

IMG_2636
Jury 18_05 1 A0 Kleur
Jury 18_05 2 A0 Kleur
Jury 18_05 3 A0 Kleur
IMG_2645
IMG_2642
IMG_2639
IMG_2640
IMG_2630
IMG_2633
IMG_2635
IMG_2623
IMG_2625
IMG_2627
IMG_2628
bottom of page